le cerf-volant | prêt | envahir |
avoir lieu | ils auront lieu | flâner |
s’allonger | s'allonger | le sable |
sortir | les lunettes de soleil | le ciel |
apercevoir | agiter | le championnat |
fabriquer | le coucher du soleil | le vol |
le feu | le feu d’artifice |
overspoelen | klaar, gereed / klaar / gereed | de vlieger |
slenteren | zij zullen plaatsvinden / ze zullen plaatsvinden | plaatsvinden |
het zand | zich uitstrekken / gaan liggen | zich uitstrekken, gaan liggen |
de hemel | de zonnebril | 1 uitgaan 2 tevoorschijn halen / uitgaan, tevoorschijn halen / uitgaan / tevoorschijn halen |
het kampioenschap | bewegen, zwaaien / bewegen / zwaaien | opmerken, zien / opmerken / zien |
de vlucht | de zonsondergang | fabriceren |
het vuurwerk | het vuur |