le cerf-volant prêt envahir
avoir lieu ils auront lieu flâner
s’allonger s'allonger le sable
sortir les lunettes de soleil le ciel
apercevoir agiter le championnat
fabriquer le coucher du soleil le vol
le feu le feu d’artifice
overspoelen klaar, gereed / klaar / gereed de vlieger
slenteren zij zullen plaatsvinden / ze zullen plaatsvinden plaatsvinden
het zand zich uitstrekken / gaan liggen zich uitstrekken, gaan liggen
de hemel de zonnebril 1 uitgaan 2 tevoorschijn halen / uitgaan, tevoorschijn halen / uitgaan / tevoorschijn halen
het kampioenschap bewegen, zwaaien / bewegen / zwaaien opmerken, zien / opmerken / zien
de vlucht de zonsondergang fabriceren
het vuurwerk het vuur