Frans : Nederlands une aventure = een avontuur le rêve = de droom une action = een actie, een handeling / een actie / een handeling agir = handelen un avenir = een toekomst le passé = het verleden autrefois = vroeger le tour du monde = de reis om de wereld le monde = de wereld les études = de studie le métier = het beroep le, la journaliste / le journaliste / la journaliste = de journalist devenir = worden le danger = het gevaar pollué = vervuild un environnement = een milieu disparaître = verdwijnen