Frans : Nederlands attention! = let op! se lever = opstaan ne ... pas du tout = helemaal niet le portable = de mobiele telefoon le mien, la mienne / le mien / la mienne = de mijne déchargé = leeg (van bijv. een mobiel) / leeg van bijv. een mobiel / leeg (van bijvoorbeeld een mobiel) / leeg van bijvoorbeeld een mobiel / leeg un hôpital = een ziekenhuis il vaut mieux = het is beter passer = langsgaan la radio = de röntgenfoto s’inquiéter = zich ongerust maken les bonbons = de snoepjes voyons = laten we zien si = of quand même = toch fichu = naar de bliksem tant pis = jammer dan remplacer = vervangen