Frans : Nederlands le canoë = de kano premier, première / premier / première = eerste sans = zonder le trajet = het traject un hôtel = een hotel la tente = de tent la rivière = de rivier manger = eten le repas = de maaltijd le saumon = de zalm le plat = het gerecht voyager = reizen comme = zoals, als / zoals / als d’habitude = gewoonlijk la plage = het strand la promenade = de wandeling vieux, vieille / vieux / vieille = oud le pont = de brug une église = een kerk certainement = zeker