à gauche à droite au milieu
en face de à côté de derrière
tout droit la route le chemin
le carrefour le rond-point le pont
une église la piscine un avion
la balade la destination le départ
la tente le séjour voyager
faire du camping traverser
in het midden rechts links
achter naast tegenover
de (onverharde) weg / de onverharde weg / de weg de (verharde) weg / de verharde weg / de weg rechtdoor
de brug de rotonde het kruispunt
een vliegtuig het zwembad een kerk
het vertrek de bestemming de wandeling, het tochtje / de wandeling / het tochtje
reizen het verblijf de tent
oversteken, doortrekken / oversteken / doortrekken kamperen