Frans : Nederlands le trafic = de handel la sucette = de lollie juin = juni le risque = het gevaar, het risico / het gevaar / het risico une exclusion = een schorsing les sucreries = de zoetigheid consommer = consumeren décider = besluiten rendre service = een dienst bewijzen en vente = te koop la boulangerie = de bakkerij le criminel = de misdadiger protester = protesteren écrit = geschreven risquer = riskeren accepter = accepteren les drogues = de drugs