âgé de ... ans la course pemettre
découvrir la façon la curiosité
durant se composer de l’institution
les transports en commun se situer la décision
développer lointain le passager
obliger afin de le bilan
le VTT le voyou la banlieue
condamner engager la représentation
la tenue le criminel la violence
in staat stellen / toestaan de wedstrijd / de rit … jaar oud
de bezienswaardigheid de manier ontdekken
de instelling bestaan uit / samengesteld zijn uit gedurende / tijdens
de beslissing / het besluit zich plaatsen / zich bevinden het openbaar vervoer
de passagier verafgelegen ontwikkelen
de balans / het eindresultaat om te verplichten
de buitenwijken de straatjongen / de schooier de mountainbike
de voorstelling aannemen veroordelen
het geweld de misdadiger de kleding / het tenue
la délinquance la tendance grossir
l’image le gars saccager
la blague revoir l’expression
reconnaître rire se servir de
l’office de tourisme lourd hériter de
la pelouse le rez-de-chaussée la salle de séjour
la cheminée le grenier humide
le frigo le micro-ondes le four
le canapé la chaise le robinet
aandikken de neiging de criminaliteit
vernielen de kerel het beeld
de uitdrukking herzien de grap
gebruiken / zich bedienen van lachen herkennen
erven zwaar de vvv
de woonkamer de begane grond het grasveld
vochtig de zolder de open haard
de oven de magnetron de ijskast
de kraan de stoel de bank
l’armoire l’évier la cuisinière
la baignoire la serviette le miroir
arriver on vient d’arriver la découverte
s’asseoir respirer la promenade
le long de marquer la limite
au bout de le distributeur le bâtiment
l’église la statue la mairie
l’arbre au milieu de en face de
de l’autre côté de à côté de
het fornuis de gootsteen de kast
de spiegel de handdoek het bad / de badkuip
de ontdekking we zijn net aangekomen aankomen
de wandeling ademen / inademen gaan zitten
de grens markeren / aangeven langs
het gebouw de automaat aan het eind van
het gemeentehuis het standbeeld de kerk
tegenover in het midden van de boom
naast aan de andere kant van