Engels : Nederlands ambitious = ambitieus dependable = betrouwbaar firefighter = brandweerman/-vrouw shift = dienst flexible = flexibel chef = kok plumber = loodgieter difficult = moeilijk practical = praktisch accurate = precies punctual = punctueel secretary = secretaresse intern = stagiair(e) to earn = verdienen care worker = verzorgende shop assistant = winkelbediende I’m Lisa and I’m going to talk about my job today. = Ik ben Lisa en ik ga vandaag iets vertellen over mijn baan. I’d like to give you a short presentation about what it’s like to be a carpenter. = Ik wil jullie graag in een korte presentatie vertellen over werken als timmerman. The goal of this presentation is to inform you about my profession. = Het doel van deze presentatie is om jullie te informeren over mijn beroep. The subject of today’s presentation is my internship. = Het onderwerp van de presentatie van vandaag is mijn stage. I’ll begin with the qualities you need for this job. = Ik zal beginnen met de kwaliteiten die je nodig hebt voor dit werk. My first topic will be traits you need to be a vet assistant. = Mijn eerste onderwerp zal zijn welke eigenschappen je nodig hebt om een dierenartsassistent te zijn. Let me start with some general information. = Ik begin met wat algemene informatie. Let’s move on to the next part about my daily tasks. = Laten we doorgaan naar het volgende deel over mijn dagelijkse taken. Now I’d like to show you a picture of a dog we rescued last week. = Nu wil ik jullie graag een foto laten zien van een hond die we vorige week hebben gered. Also, you need to have a passion for animals. = Daarnaast moet je een passie voor dieren hebben. I hope you know a bit more about working at the RSPCA now. = Ik hoop dat je nu iets meer weet over werken bij de RSPCA. I’m ending my presentation with an anecdote. = Ik eindig mijn presentatie met een anekdote. Thank you for your time and attention. = Bedankt voor jullie tijd en aandacht. You can send me an email if you’d like to know more. = Je kunt me een e-mail sturen als je graag meer wilt weten. Are there any questions? = Zijn er nog vragen? Can you explain what you said about your working hours? = Kun je uitleggen wat je zei over je werktijden? I didn’t understand the part about people bringing in their pets. = Ik begreep het stuk over mensen die hun huisdieren binnenbrengen niet. I would like to know what you thought of my presentation. = Ik zou graag willen weten wat je van mijn presentatie vond. Can you tell me why you chose this profession? = Kun je me vertellen waarom je voor dit beroep hebt gekozen?