Engels : Nederlands to attack = aanvallen to protect = beschermen decision = besluit to be involved in = betrokken zijn bij to remain = blijven to clash = botsen to disagree = het oneens zijn charity = liefdadige organisatie politics = politiek riot = rel to split = splitsen to vote = stemmen to allow = toestaan particularly = vooral progress = vooruitgang truth = waarheid to join = zich aansluiten (bij)