lawyer	chemist (UK); pharmacist (US)	job
boss	doctor	hairdresser
cashier	newspaper carrier	babysitter
salary	dentist	shelf stocker
to earn	to work	shop assistant
Where shall we meet?	When shall we meet?	Would 4 o’clock be all right?
How about 3 p.m. this Friday?	I’ll see you here in the shop at 4 p.m. this Friday.	What do think about five a week to start with? Is that all right?
Would you like to start next month?	How about the first?	Let’s meet at my office.
I’m (very) sorry, but I can’t come at 3.	I’m afraid I won’t be able to meet you at five o’clock.	I do apologise, but I won’t be able to make it at 7.

baan	apotheker	advocaat
kapper	dokter	baas
oppas	krantenbezorger	kassamedewerker; cassière
vakkenvuller	tandarts	salaris
winkelmedewerker	werken	verdienen
Zou 4 uur goed uitkomen?	Hoe laat zullen we afspreken?	Waar zullen we afspreken?
Wat vind je van vijf per week om meet te beginnen? Is dat goed?	Ik zie je hier in de winkel om 16.00 uur aanstaande vrijdag.	Schikt 15.00 uur aanstaande vrijdag?
Zullen we elkaar treffen op mijn kantoor?	Wat vind je van de eerste?	Wil je volgende maand beginnen?
Het spijt me zeer, maar ik kan niet om 19.00 uur.	Ik vrees dat ik je niet kan treffen om vijf uur.	Het spijt me, maar ik kan niet komen om 15.00 uur.

That would be great.	That would be nice.	That sounds good.
What do you do? - I’m a pilot.	I’d like to be an engineer.	What do you do for a living?
Where do you work? - I work at a supermarket.	I work as a volunteer at the museum.	Tell me about your job. What’s it like?

Dat klinkt goed.	Dat zou leuk zijn.	Dat zou geweldig zijn.
Wat doe je voor de kost?	Ik wil graag ingenieur worden.	Wat voor werk doe je? – Ik ben piloot.
Vertel eens over je werk? Hoe is het?	Ik ben vrijwilliger bij het museum.	Waar werk jij? – Ik werk bij een supermarket.