le tableau	le feu	prévenir
le peintre	sourd	la livraison
la veille	livrer	cassé
se garer	une horloge	un avenir
baisser	le réseau	les informations / les informations (f)
en matière de	le four	le chauffage
le contenu	faire partie de	un ensemble
par l'intermédiaire de	composer	la reconnaissance
la cheminée	permettre	la puce

voorkomen	het vuur	het schilderij
de levering	doof	de schilder
gebroken	bezorgen	de vorige dag
een toekomst	een klok	parkeren
het nieuws	het netwerk	neerlaten / verlagen / neerlaten, verlagen
de verwarming	de oven	op het gebied van
een geheel	deel uitmaken van	de inhoud
de herkenning	samenstellen	door bemiddeling van
de chip	in staat stellen	de open haard

développer	la gestion	consulter
le singe	répandre	les poils
les poils (m)	gratter	un effort
avouer	le prétexte	terrestre
le menteur	le profondeur	la tache
un outil	le cerveau	frotter
la taille	la trompe	tirer la langue
ressembler	la cuisse	le porte-clé
le marron	à l’endroit / à l’endroit (m)	chauffer

raadplegen	het beheer	ontwikkelen
de haten	verspreiden	de aap
een inspanning	krabben	de haren
aard	de smoes	toegeven
de vlek	de diepte	de leugenaar
wrijven	het brein	een gereedschap
de tong uitsteken	de slurf	de grootte
de sleutelhanger	de kuit	lijken
opwarmen	omgedraaid	de kastanje

couper	la cuillère	remuer
mou / molle / mou, molle	la chaleur	verser
une assiette	refroidir	le morceau
craindre	la feuille	le trou
ajouter	lisse	fondre
le micro-ondes	une étoile	le stylo à bille
s'afficher	le printemps	un écran
le clavier	quant à	un appareil
une pochette	un tissu	le logiciel

roeren	de lepel	snijden
schenken	de warmte	zacht
het stuk	koud worden	een bord
het gat	het blaadje	vrezen
smelten	glad	toevoegen
de balpen	een ster	de magnetron
een scherm	de lente	verschijnen
een apparaat	wat betreft	het toetsenbord
de software	een stof	een hoesje

emmener	il vaut mieux	le conteneur
prudent	un onde	la franchise
un interlocuteur	sincère	une affection
disposer	le congélateur	bienvenue
la plaisanterie	couvrir	la peine
avoir accès à	la représentation	un réseau
les rideaux / les rideaux (m)	le carrefour	sortir
dégeler	cuit	gérer
entier	soi-disant	un fichier

de container	het is beter	meenemen
de openheid	een golf	voorzichtig
een gevoel	eerlijk	een gesprekspartner
welkom	de diepvriezer	bezitten
de moeite	bedekken	de grap
een netwerk	de voorstelling	toegang hebben tot
eruit halen	het kruispunt	de gordijnen
beheren / besturen / beheren, besturen	gaar	ontdooien
een bestand	zogenaamd	heel / volledig / heel, volledig

taper

le vitrage

de ruiten

intoetsen