Engels : Nederlands
legal = juridisch
to claim = beweren
traumatized = getraumatiseerd
similar = gelijk / soortgelijk / (soort)gelijk / gelijk, soortgelijk / soortgelijk, gelijk
lawsuit = rechtszaak
damages = schadevergoeding
device = apparaat
eventually = ten slotte / uiteindelijk / uiteindelijk, ten slotte / ten slotte, uiteindelijk
largely = grotendeels
to accuse = beschuldigen
to monitor = intensief volgen
court = hof / gerechtshof / hof, gerechtshof / gerechtshof, hof / (gerechts)hof
deliberate = weloverwogen / opzettelijk / weloverwogen, opzettelijk / opzettelijk, weloverwogen
willing = bereid
to sue = een rechtszaak aanspannen tegen
successful = met succes