Engels : Nederlands
be out of work = werkloos zijn, zonder werk zitten / werkloos zijn / zonder werk zitten
unemployed = werkloos
be into = erg mee bezig zijn
promotion = promotie
stuff = dingen
anyway = trouwens
the Netherlands = Nederland
part = deel
common = gewoon, veel voorkomend / gewoon / veel voorkomend
import = invoer, import / invoer / import
permit = vergunning
bulb / flower bulb = bloembol
light bulb = gloeilamp
tulip = tulp
hyacinth = hyacint
daffodil = narcis
grow = kweken
florist = bloemist
during = tijdens
planting season = plantseizoen
right here = hier
madam = mevrouw
gardening = (het) tuinieren
miserable = rot, vreselijk / vreselijk / rot
van-load = (vrachtwagen)lading