Engels : Nederlands
a bit / a little = een beetje
bird = vogel
event = evenement
expect = verwachten
far away = ver weg
fight = vechten
friendship = vriendschap
garden = tuin
hear = horen
heard = hoorde / gehoord
keep = bewaren
love = liefde
low = laag
metre = meter
million = miljoen
mountain = berg
move = bewegen
nature = de natuur / natuur
of course = natuurlijk
pan = pan
part = gedeelte / deel
plate = bord
quiet = stil
read = lezen
river = rivier
shoot = schieten
slow = langzaam
star = ster
stone = steen
story = verhaal
sweet = zoet
upset = van streek
way = manier